In de tiende eeuw ontstond een vaste gewoonte om op 15 augustus een boeket van zeven (met de hand geplukte) kruiden en bloemen te zegenen. In Limburg de ‘kroedwis’ of ‘kroedwusj’ genoemd. Op vele plaatsen bestaat deze traditie nog steeds en worden de boeketten op of rond deze dag gezegend. De samenstelling kan verschillen naar plaatselijk gebruik: naast twee soorten granen, zijn er twee soorten onheil-werende kruiden (bijvoorbeeld Alsem, Sint Janskruid) en twee soorten geneeskrachtige kruiden (witbloeiend duizendblad, boerenwormkruid, kamille, valeriaan) en een alnoottak (weert insecten en het schijnt dat de bliksem nooit inslaat in een notenboom). Aan de kruidenbos wordt een blauw lint van zeven el bevestigd. De ‘kroedwis’ krijgt een plaats in huis en vaak ook in de stal bij de dieren. Bij noodweer wordt een beetje van de kruidenbos op de kachel verbrand.
Zegening van de Kroedwusj
