Ingber en haar Onze Lieve Vrouw van Fatima-kapel

Voorgeschiedenis
Sinds 1877 staat er op de Cauberg 19 in Valkenburg aan de Geul een klooster. Het is daar gebouwd door de Duitse Zusters Urselinen uit Ahrweiler als kostschool voor jonge meisjes. Vanwege de Kulturkampf, dit was de strijd die de overheid van het pas opgerichte Duitse Rijk onder Otto von Bismarck (de “IJzeren Kanselier” van 1872 tot 1879) voerde tegen de Katholieke Kerk, waren ze in Duitsland niet meer veilig. De protestant Bismarck, die uit Pruisen afkomstig was, wantrouwde de katholieke ‘Deutsche Zentrumspartei‘ (Duitse Centrumpartij), kortweg “Zentrum” genoemd, die onder leiding van Ludwig Windthorst stond. Hij vond deze partij een ‘onnationale’ partij. Hij zag deze partij als een obstakel op de weg naar Duitse unificatie zoals hij die zich voorstelde: een hoofdzakelijk protestants Duitsland, zonder het katholieke Oostenrijk. Hij was bang dat de katholieke Zentrumspartei – die haar aanhang vooral in het meest katholieke zuiden van Duitsland had – een bedreiging zou gaan vormen voor het door de protestants-Pruisische elite gedomineerde keizerrijk. Op de vlucht hiervoor belandden deze religieuzen in Valkenburg net als de Duitse Paters Oblaten (Ravensbosch) en de Duitse St. Jozeffranciscanessen (Boschlust, vroeger Sint Pieter). Van 1876 tot 1877 bouwden de Ursulinen dit complex aan de Cauberg. Toen de zusters weer naar de Moezel terug konden keren kochten de Paters van de H.H. Harten van hen de villa met koetshuis in 1920.  Deze van oorsprong Franse kloostercongregatie (Parijs 1800) was de eerste die na de Franse Revolutie weer begon aan de verspreiding van het evangelie over de wereld, feitelijk Oceanië en Zuid Amerika.

‘De Cauberg’ fungeerde vanaf het begin als hoger opleidingshuis (na de middelbare school) voor missionarissen in binnen- en buitenland. Vanuit de Cauberg trokken honderden missionarissen naar Indonesië, Brazilië, Cookeilanden, Mozambique. Ze legden daar de grondslag voor nieuwe kerken en op den duur ook voor eigen opleidingen. Het klooster is altijd studiehuis geweest voor de eigen congregatie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwamen deze paters iedere eerste vrijdag van de maand naar  Kapittelshof van Ingber. De Kapittelshof (Ingberdorpsstraat 29) is een grote herenhoeve die tot 1795 bij het O.L.-Vrouwekapittel te Aken behoorde (de oude heerlijkheid Gulpen behoorde voor de helft aan dit kapittel). In 1256 gaf het Kapittel van O.L. Vrouw van Aken het dorp Ingmer (oudtijds ook geschreven als Inber, Incber, Engber, Engmer, Engmaar) in erfpacht aan de gebroeders Winand en Waitelin van Homberg. Het riddergoed zelf ging in 1937 over in het bezit van de heer van Wittem.
Het complex Kapittelhof wordt gevormd door verschillende rond een binnenplaats gegroepeerde gebouwen uit de periode 1710 tot 1863. Aan de linkerzijde van de hof bevindt zich een grote bakstenen schuur uit 1710 (gevelsteen) met mergelbanden en uilengaten.

Kapittelhof

De paters verzorgden dus, in het kader van devotie aan het Heilig Hart, een “het Heilig uur” in het Kapittelhof. Toen na de Tweede Wereldoorlog deze maandelijkse verering afnam ontstond er binnen Ingber het idee om er een andere invulling aan te geven. De initiatiefnemers Frans Basting en Willem Peerboom kwamen op het idee om, mede omdat er in Ingber geen enkel religieus monument was, een kapel op te richten,. Deze kapel moest tevens uitdrukken dat de bevolking van Ingber dankbaar was dat hen tijdens de Tweede Wereldoorlog groot leed bespaard was gebleven. Vanuit de bevolking werd enthousiast gereageerd en al snel werd er een Kapel-comité opgericht; het oprichtingscomité bestond naast Willem Peerboom uit Pie Gerrickens en Alfons de Bie. Heel het dorp betaalde mee en Leon Bruels stelde een stukje van zijn grond / tuin ter beschikking waardoor de plaats van de kapel bepaald was. Besloten werd om de kapel op te dragen aan Onze Lieve Vrouwe van Fatima.

Met Onze-Lieve-Vrouw van Fátima wordt Maria aangeduid die tussen mei en oktober 1917 zes keer verschenen is aan de drie herderskinderen (zuster) Lucia, Francisco en Jacinta nabij het Portugese stadje Fátima. Bij de eerste verschijning, op 13 mei 1917, zou een hemelse vrouw aan deze drie kinderen verschenen zijn. Na de heilige mis waren de kinderen met hun kleine kudde een heuvel opgeklauterd aan de Cova da Iria, de vallei van Irene geheten. Tegen de middag scheen er onweer aan te komen waarop ze de dieren bijeendreven en de heuvel afdaalden. Ze zagen een bliksemschicht en vervolgens in een fel licht een vrouw, geheel in het wit, boven een jonge eik. Ze stond met de voeten op een wolk op de kruin van het eikenboompje, omstraald door een aureool van licht.
Op 13 mei 2017 werden Francisco en Jacinta heilig verklaard door 
paus Franciscus.

Bouw kapel

In Historisch Centrum Rijckheyt zit in het archief van Gulpen de aanvraag van P. Gerrickens die op 25 januari 1949 bij de gemeente is binnengekomen betreffende een vergunning voor de bouw van de kapel conform de tekening van architect Akkermans uit Gulpen.  

De O.L.-Vrouwe van Fatima kapel is een in Kunradersteen opgetrokken wegkapel met dakruiter en klokje. De mensen van Ingber zorgden voor de aanvoer van zand en de hiervoor op maat gekapte stenen. Deze werden gelegd door een metselaar uit Beek. Het Mariabeeld is geschonken door mevrouw G. Meens-Peerboom en het klokje door mevrouw Ernst van de Hut.  

Na de nodige voorbereidingen was het op 25 september 1949 zo ver; na goedkeuring verkregen te hebben van Mgr. Dr. G. Lemmens, bisschop van Roermond, mocht deken Schneiders de kapel gaan inzegenen. Nadat het Mariabeeld bij de familie Mulleneers aan de Hut was opgehaald ging dit in processie naar de kapel.

Foto inwijding (Jo Steijns)

Onder grote belangstelling zegende deken Schneiders, geassisteerd door de kapelaans Philippens en Claessens de kapel en het Mariabeeld en ging vervolgens voor in een kort lof. Ingber had haar eigen religieus monument, een plek waar de bewoners van Ingber konden bidden en gedenken.
Overal ter wereld wordt de jaarlijkse feestdag van Maria van Fatima op 13 mei gevierd. Daarom werd in Ingber elke 13e van de maand de Rozenkrans bij de kapel gebeden. Daarnaast werden er geregeld ook novenen gebeden voor de zieke mensen.

Betrokkenheid bewoners
Mevrouw Cransveld-Loozen nam vanaf de inzegening de taak op zich om dagelijks om 12.00 uur het Angelus te luiden en ook een kwartier voor de maandelijkse Rozenkrans de klok te luiden. Dit hield ze vol tot haar dood in 1953; vanaf dat moment namen de dames Vluggen-de Bie en Van de Berg deze taak over, inclusief het wekelijks schoonmaken en versieren (bloemen) van de kapel. In 1975 nam de heer De Bie deze taak over, maar uiteindelijk hield dit op.
In 1989 bestond de kapel 40 jaar; dit werd groots gevierd. In de archieven van heemkundevereniging Galopia zijn de uitgebreide feestgidsen met draaiboek alsmede notulen en kasboek van dit jubileum aanwezig. Zo is er bijvoorbeeld bijna fl.10.000,- aan inkomsten opgehaald, waren er fl. 3000,- uitgaven en fl. 1000,- onderhoud waardoor er fl. 6.000 naar de bankrekening van het kapel comité ging. Het programma bestond onder andere uit een eucharistieviering, en daarna frühshoppen met optredens van harmonie en St. Ceciliakoor. Bij gelegenheid van dit eerste jubileum werd de kapel gerenoveerd (het dak werd vervangen en het torentje werd verhoogd). Dit was ook het moment om te kijken of men op de een of andere manier het luiden van het klokje weer nieuw leven in kon blazen. In samenwerking met de heren Jo Kroonen en Jack van de Hove wist Pierre De Bie in 1992 het klokje weer aan de praat te krijgen, maar nu mechanisch.
In 1999 was het volgende jubileum: 50 jaar. Ook dit werd serieus gevierd met een eucharistieviering op 29 augustus 1999 door Mgr. De Jong met Deken Haffmans, opgeluisterd door harmonie St. Petrus, afwisselend met volkszang. Ook hiervan is een jubileumgids aanwezig in het archief van Galopia.
In 2009 werd het 60-jarig jubileum gevierd. In de jubileumgids daarvan vinden we de eucharistieviering met pastoor-deken C. Clerx, hulpbisschop E.de Jong, monseigneur A. Franssen en diaken A. Bessems. Deze viering werd opgeluisterd door harmonie St. Petrus en het koor Zingend Genieten uit Gulpen. In de gids is ook ruimte gemaakt om de historie van de kapel toe te lichten en te vermelden dat de mensen van Ingber de Rozenkrans in mei en oktober bidden en als er iemand gestorven is. Op 30 juni 2024 werd het 75-jarig jubileum gevierd.                                                                                       

Kapel te Ingber

Geraadpleegde bronnen:

  1. Archief Heemkundevereniging Galopia
  2. Archief Historisch Centrum Rijckheyt in Heerlen; Archief van gemeente Gulpen-Wittem
  3. BNL; “Monumenten in Limburg”: diverse auteurs i.s.m. de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed
  4. Heuvelland actueel, sept 1999
  5. Langs Heilige Huizen, Hélène Hoenjet
  6. Rijksmonumenten.nl

Ondersteund door WordPress | Thema: Baskerville 2 door Anders Noren.

Omhoog ↑